Phlox staat het meest bekend onder de Nederlandse naam "Vlambloem" of "Flox". Het Oudgriekse woord phlox betekent vlam. Waarschijnlijk vanwege de vlammend rode kleur van de wilde soorten. Vlambloemen worden veel als vaste plant in de siertuin aangeplant. De Phlox paniculata is een bekende vaste plant die elk voorjaar weer boven de grond komt en in de winter bovengronds afsterft.
De witte vlambloem is een relatief winterharde plant met indruwekkende, felle witte bloemen. Vlambloemen verlangen een goed doorlatende grond, vochtig en vruchtbaar. Met een jaarlijkse mestbeurt verkrijg je grotere bloemen. Als je in het voorjaarde zwakkere stengels uitknijpt, kan je ook grotere en vollere bloemen verwachten.
Een Phlox paniculata heeft mooie puur witte bloemen, die ook nog lekker geuren en is meestal tolerant tegen meeldauw. De bloemen zijn ingedeeld in vijf kroonblaadjes en een gaatje in het midden. De bloemen verspreiden een verfijnde geur en zijn aantrekkelijk voor vlinders en bijen, eveneens nachtvlinders. Een Phlox paniculata kan je uitstekend combineren met andere vaste planten in een border.
Tijdens de bloei, regelmatig de uitgebloeide bloemen verwijderen. In het najaar of het voorjaar de stengels tot de grond afknippen. De witte flox is tolerant aan ziektes en over het algemeen ongediertevrij.
De Phlox paniculata wordt ook als snijbloem gebruikt. De bloemen hebben een lange, smalle bloemsteel.