Chimonanthus praecox staat bekend onder de Nederlandse namen "meloenboompje", "winterzoet", "specerijstruik", "winter sweet".
Chimonanthus praecox bloeit, net als de toverhazelaar (Hamemelis), in de winter. Op het eerste gezicht lijken de bloemen ook wel wat op die van de toverhazelaar (Hamemelis). De zwavelgele bloemen met hun paarse meeldraden verspreiden een zeer aangename geur die je al van meters ver kan ruiken. De frisgroene bladeren verkleuren in de herfst citroengeel. De bloemen worden ongeveer 3 cm groot. Zeker als de struik helemaal vol staat met bloemen is het een spectaculaire aanblik in het vroege voorjaar. De bloei duurt tot eind april.
In januari beginnen de eerste knoppen te ontluiken en dan verschijnen de bloemen.
Het meloenboompje is ieder seizoen mooi!
- In januari beginnen de eerste knoppen te ontluiken en dan verschijnen de bloemen.
- In de zomer heeft hij groot frisgroen blad
- In de herfst verkleurt het blad naar bijzonder citroengeel
Deze struik is een echte blikvanger en groeit heel traag. Door de trage groei is zelden een snoeibeurt nodig.
De zaaddozen dienen een jaar aan de boom te blijven zitten, alvorens ze te verzamelen. De plant produceert grote zaaddozen, waarin drie tot vier boonachtige zaden zitten. Ze kunnen na de winter gezaaid worden. De zaden moeten geschuurd worden en 48 uur in water weken. De zaden die blijven drijven moeten opnieuw geschuurd worden. Laten kiemen bij kamertemperatuur. Dan worden ze gezaaid, maar de opkomst is niet altijd voorspelbaar.
Zet de Chimonanthus praecox op een zonnige plek met goed doorlatende grond. Deze heester houdt niet van natte voetjes.