Symphoricarpos albus staat bekend onder de Nederlandse naam "Sneeuwbes". De Latijnse naam Symphoricarpos is afkomstig van het Griekse woord symphorein (dicht bijeen staand) en karpos (vrucht).
De sneeuwbes is een sterke struik die op vele plaatsen groeit. De plant vormt vanaf augustus opvallende witte bessen die lang aan de plant blijven hangen. Deze struik weet zich met zijn worteluitlopers gemakkelijk uit te breiden en kan zo de aanwezige inheemse ondergroei verdringen. De sneeuwbes is daarom te beschouwen als een invasieve exoot.
Vanaf juni tot ver in september verschijnen over de gehele struik kleine roze bloemetjes die druk door insecten en vlinders worden bezocht. Deze fijne roze bloemen staan okselstandig en vormen samen een grote en meestal eindstandige bloeiwijze, de kelk is klein en scherp getand, de bloemkroon 4 á 5 cm lang, een rechte steel die dicht behaard is en evenals de meeldraden niet boven de kroon uitstekend. Eenmaal bevrucht komen de witte bessen, waaraan de struik zijn Nederlandse naam ontleent. Die bessen blijven tot het eind van het jaar aan de struik zitten. Ze groeien vaak in een soort clustertje van drie, vier of meer dicht tegen elkaar aan.
De witte bessen zijn giftig doordat ze saponinen bevatten. De bessen worden gemeden door de meeste vogels, uitgezonderd door de fazanten. De sneeuwbal heeft eironde bladeren en zuiverwitte bessen. De wiite bessen hangen in trossen bijeen.
Deze struik heeft neiging tot woekeren. De sneeuwbes is inheems in Noord-Amerika. Hij stelt weinig eisen aan de grond, kan volle zon en ook schaduw verdragen en is enorm sterk. Groeit zelfs op vrij schrale grond.
De sneeuwbal wordt dikwijls als onderbeplanting gebruikt. Deze sneeuwbes is goed bestand tegen luchtverontreiniging, gemakkelijk in onderhoud. De stuik kan zeer goed tegen snoei.